Advies Ontwerp-POW IRM
Het ENW heeft advies uitgebracht over het Ontwerp-Programma onder de Omgevingswet (POW) van het programma Integraal Riviermanagement (IRM). Dit gebeurde op verzoek van het directoraat-generaal Water en Bodem (DGWB) van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Bij het opstellen van het advies heeft het ENW achterliggende documenten zoals de Milieueffectrapportage, de Kengetallen Kostenbatenanalyse en de Passende beoordeling op hoofdlijnen niet in beschouwing genomen.
DGWB heeft het ENW gevraagd te toetsen of het Ontwerp-POW IRM de problematiek van de ontwikkelingen in de Maas en Rijntakken juist en volledig schetst. Ook wilde DGWB weten of het met de daarin opgenomen beleidskeuzes een goede basis legt voor de eerste fase van het programma IRM.
In het advies onderschrijft het ENW het belang van het POW IRM, als invulling van beleid waarmee het Rijk de rol van systeemverantwoordelijk beheerder van de grote rivieren tot uitdrukking brengt. Daarbij zijn er volgens het ENW wel enkele tekortkomingen in het document, rondom de beschrijving van de probleemanalyse en een concrete onderbouwing van beleidskeuzes. Het ENW had graag een heldere redeneerlijn gezien die beleidsdoelen relateert aan ontwikkelingen tot 2050 en 2100. Daarbij adviseert het ENW ook om bij het ontwikkelen van maatregelen expliciet te zijn over de onzekerheden rondom het bereiken van het beoogde effect en daarover helder te communiceren.
Vooruitkijkend richting de eerste fase van IRM adviseert het ENW onder meer over internationale afstemming. Om te leren van de ervaringen van de Duitse partners, maar ook om rekening te houden met een aantal verschillen, zoals de effecten van het splitsingspuntengebied in Nederland. Ten slotte wordt in het advies gereflecteerd op de samenwerking met het Deltaprogramma en gaat het ENW in op de afweging tussen rivierverruiming en dijkversterking.