Advies Uitgangspunten Kennisprogramma Zeespiegelstijging
Klimaatverandering vormt een van de grote uitdagingen voor het Nederlandse hoogwaterveiligheidsbeleid in de komende decennia. De overheid speelt hier op in via de initiatie van het Kennisprogramma Zeespiegelstijging (KP-ZSS), onder aanvoering van de minister van Infrastructuur en Waterstaat en de deltacommissaris.
Het KP-ZSS omvat vijf sporen, waarbij het ENW-advies specifiek gaat over Spoor 2: het ontwikkelen van waterstaatkundig inzicht ten aanzien van (i) de fysische effecten van versnelde zeespiegelstijging en (ii) de houdbaarheid en oprekbaarheid van de huidige voorkeurstrategieën uit het Deltaprogramma.
Het ENW constateert dat de geformuleerde uitgangspunten zijn opgezet vanuit een beleidscontext (namelijk de houdbaarheid en oprekbaarheid van het huidige beleid) en niet vanuit wetenschappelijke kennisleemtes. Hoewel begrijpelijk als eerste stap naar een toegepast onderzoeksprogramma, merkt het ENW op dat het wenselijk noch mogelijk is om context en inhoud helemaal van elkaar gescheiden te houden. Het ENW adviseert daarom om een gecombineerd perspectief te hanteren bij de verdere invulling van KP-ZSS.
De voorliggende uitgangspunten hebben betrekking op Spoor 2 van het KP-ZSS. Het ENW vraagt aandacht voor vroegtijdige afstemming tussen de verschillende sporen, want de andere vier andere sporen kunnen niet los gezien worden van de kennis die in Spoor 2 wordt ontwikkeld. Bezien vanuit Spoor 2 betreft dit vooral de afstemming met Spoor 5 (beeldvorming en communicatie) en Spoor 4 (nieuwe oplossingsrichtingen). Daarnaast adviseert het ENW om de verschillende scenario’s op een consistente manier uit te werken (onder meer in termen van kwantitatieve modellering) en daarbij aandacht te schenken aan de wisselwerking tussen klimaatscenario’s en langjarige veranderingen in het natuurlijke systeem, waterstaatkundige infrastructuur en de maatschappij.