Advies Voorkeursalternatief dijkversterking Koehool-Lauwersmeer
Wetterskip Fryslân heeft het ENW om advies gevraagd over de resultaten van het voorkeursalternatief van de 50 kilometer dijkversterking tussen Koehool en Lauwersmeer. Daarin wordt gestreefd naar een integratie van waterveiligheid en natuurontwikkeling. Over het gehele traject is de bekleding in de waterveiligheidstoetsing (deels) afgekeurd en daarom is vervanging of versterking nodig. Afhankelijk van de aanwezigheid van voorland valt de keuze in het voorkeursalternatief op een harde of groene dijk. Op locaties waar een groot voorland aanwezig is, gaat de voorkeur uit naar de groene variant.
Het ENW heeft waardering voor de ambities van het waterschap om tot een innovatieve, duurzame oplossing te komen voor de dijkversterking en onderschrijft dat het beschikbare voorland daartoe mogelijkheden biedt. Aan de hand van de gestelde vragen adviseert het ENW onder andere om het effect van het voorland als integraal onderdeel van de waterkering kwantitatief te onderbouwen en te verkennen hoe het voorland kan worden ingebed in het wettelijke toetsingskader. Vanuit toekomstbestendigheid, meegroeivermogen en natuurwaardes voor het voorland is het advies om nadrukkelijk onderscheid te maken tussen een zomerpolder met zomerdijk enerzijds en een kwelder anderzijds.
Het ENW adviseert de langetermijneffecten van zeespiegelstijging en verminderd sedimentaanbod op het voorland - en de onzekerheden daarin - nader te kwantificeren. Dat geldt ook voor de maatregelen om de toekomstbestendigheid van het voorland te borgen. Daarbij hoort ook een ruimtereservering voor de functie waterveiligheid. Ten slotte wordt aanbevolen om samen met natuurorganisaties toekomstige effecten op waterveiligheid, emissies, natuur en andere functies in het gebied in beeld te brengen, om zo te zorgen voor een breed draagvlak. Een meer gedetailleerde beoordelingssystematiek voor het afwegen van alternatieven en een bijbehorend monitoringsprogramma kunnen daarbij helpen.